Ik haat mijn vrouw…

Buiten is het onaangenaam. Het waait stevig en de vlagerige regen plaagt een man die zijn hond uitlaat.  Tim ziet het tweetal lopen. De hond lijkt het wel leuk te vinden, de man allerminst. Hij trekt een gezicht alsof hij zojuist een citroen heeft leeggeslurpt. Misschien haat hij de regen en de wind wel. Net als Tim.

Binnen brandt de open haard. De vlammen voeren een vreemde dans op. De vrouw van Tim is bezig met het maken van spaghetti. Tim houdt niet van spaghetti en dan in het bijzonder de saus die er over wordt gegooid. Zijn wederhelft moet er altijd iets zuurs in gooien. Tim vindt dat onzin, maar doet geen moeite om het haar te vertellen. Hij houdt er niet van om over iets te klagen.

Zijn vrouw doet de dingen altijd zoals zij denkt dat het moet. Ze koopt meubels bij Ikea, maakt het gezin iedere zondag wakker om te zorgen dat iedereen op tijd in de kerk zit. De moeder van Tim laat geen mogelijkheid onbenut om hem te vertellen dat hij het geweldig met haar schoondochter heeft getroffen. Hij heeft een hekel aan zijn moeder.

Soms zitten ze samen televisie te kijken. Tim weet bij voorbaat waar dat toe zal leiden. De afstandsbediening lijkt vaak op een piano. De zenders flitsen voorbij. De zoektocht naar vermaak eindigt meestal  op een kanaal waar zinloze talentenshows op uitgezonden worden. Tim haat al die schreeuwerige programma’s.

Tim houdt er ook niet van dat zijn moeder hem dingen vertelt die ze van de televisie heeft opgepikt en kennelijk nog educatief vindt ook. Tim vindt het maar niks dat zijn vrouw een kloon van zijn moeder dreigt te worden. Er op termijn misschien wel net zo afgeleefd uit zal zien. Bij de gedachte aan dat beeld alleen al krijgt hij koude rillingen.

Op de kast staat een bijna versteend boeketje rozen dat Tim zijn vrouw ooit heeft gegeven. Hij had het destijds alleen maar gekocht om van het gezeur af te zijn dat hij nooit met bloemen thuiskwam. Hij wilde haar wel wat kopen, maar dan moest er wel een bijzondere gelegenheid zijn. Zoals haar verjaardag. Of Kerst bijvoorbeeld. Tim haat het om dingen overhaast te doen.

Zijn vrouw is altijd erg ongeduldig geweest. Ze kon een hoop kabaal maken als ze een vrouw zag met een bos bloemen die ze net van haar man of vriend had gekregen. Al was het ook een dom bosje chrysanten.  Als Tim het zag, had hij maar één gedachte. Hij zou veel groter uitpakken. Vrouwen zijn immers gewend dat ze dingen constant vergelijken. Eigenlijk houdt Tim helemaal niet van vrouwen. Misschien is hij wel homoseksueel.

Op zekere dag besluit Tim te vertrekken. Hij heeft genoeg van de spaghetti, het gezeur over bloemen, discussies over artiesten in wording en de in zijn ogen zinloze preken in de kerk. Zijn vrouw doet niets anders dan huilen. Verwijt Tim aan de telefoon dat hij haar altijd voor het lapje heeft gehouden. Met haar gevoelens heeft gespeeld. Ze vertelt hem dat ze alles kapot zal maken dat hij haar ooit heeft gegeven. Dat ze zelfmoord zal plegen. Tuut, tuut, tuut…. Tim heeft opgehangen.

Enige tijd later gaat Tim naar de woning van zijn vrouw om spullen op te halen. Ze leeft nog en laat hem het boeketje rozen zien. Die zijn nog steeds helder rood. De geur zit er zelfs nog in. Tim houdt niet van die geur. Hij haalt zijn neus er voor op. Ze legt uit het opmerkelijk te vinden dat de bloemen er nog steeds zo goed op staan.  Zegt dat ze Tim niet kan vergeten. Het moet wel een betekenis hebben gehad. De bloemen waren immers van hem. Het zou kunnen betekenen dat hij haar ook nog niet vergeten was. Misschien was het wel een teken. Tim haat voortekenen.

Dan vliegt ze plotsklaps in zijn armen en zoent Tim bijna plat. Sinds die dag zijn ze weer samen. Tim eet ’s avonds braaf zijn spaghetti op en neemt een slok van de vitaminedrank. Na het eten ploffen ze op de bank neer en kijken naar The Voice. Tim houdt niet van The Voice. En ook niet van zijn vrouw…

Plaats een reactie