In het dagelijks leven kom je ze overal tegen. Jonge gezinnetjes, beiden met een leuke baan, een dikke hypotheek en wat kindertjes. Alle aspecten voorhanden voor een lang zullen ze leven en tot de dood ons scheidt-verhaal. Peggy en Bastiaan zijn daar het voorbeeld van. Dat werd tenminste altijd gedacht…
De realiteit is echter anders. Zij is een ijdeltuit en hij is het type dat nogal eens vergeet om met zijn hoofd te denken. Zij heeft een kapper en hij een auto die hij als racemonster gebruikt. Ach, dat gepruts met auto’s? Dat deed hij voor het huwelijk ook al. Zoals elke vrijgezel met een rijbewijs. Dat vond ze toen wel stoer en echt mannelijk. Na hun trouwen zou dat wel minder worden. Dacht ze…
Het huwelijk dat ze nog geen vijf jaar geleden hebben gesloten bleek broos te zijn. Gebouwd op drijfzand. Gedoemd te mislukken.
Als Peggy bij de kapper zat praatte ze honderduit. Klaagde in bedekte, maar overduidelijke, termen over de desinteresse van haar man. En voelde zich gestreeld door de aandacht die ze van de haarstylist krijgt. Ze genoot van de aanraking van zijn vingers door het haar. Het duurde dan ook niet lang of de contacten gingen een flink stuk verder dan de verzorging van alleen maar het haar. Hij begon haar ook te verzorgen.
Bastiaan merkte er niks van. Hij had het veel te druk met kleppen, zuigers, in- en uitlaten. De signalen die zijn vrouw afgaf zag hij niet, of weigerde hij te zien.
Inmiddels ligt het stel in scheiding. Peggy verblijft permanent bij de kapper. Bastiaan rijdt nog harder dan voorheen door de straat. Alsof hij jacht blijft maken op de droom die allang in diggelen ligt. De enige schakel die het tweetal nog verbindt zijn de beide kinderen.
Ik ben vrij actief op het internet en heb in de afgelopen jaren heel wat interessante mensen ontmoet. In het echt, maar ook in de digitale wereld. In mijn hoedanigheid als fotograaf heb ik veel dames voor mijn lens gehad. Gewoon netjes in de kleren, maar soms ook wel eens (bijna) zonder.
De modellen en ik hadden dan een prima dag, staken dat ook niet onder stoelen of banken, namen vaak op een hele vriendschappelijke manier afscheid, maar gingen wel altijd weer onze eigen weg. Niks geen amoureuze toestanden. Waar is het in mijn geval eigenlijk mis gegaan? Of misschien juist wel goed?