Een minderjarig meisje dat fantaseert over seks met de vader en de hond van een vriendinnetje, haar leraar Nederlands en haar broertje. Het is allemaal te lezen in een heftig boek, geschreven door Bastiaan de Wit. Het pseudoniem van iemand die zelf zegt leraar Nederlands te zijn.
Een docent die opvoedkundig bezig hoort te zijn. Je zou bijna denken dat het hier om een uiterst smakeloze grap gaat. Dat idee wordt door uitgeverij Lebowski echter naar het rijk der fabelen verwezen. ‘Het is een heftig boek, gebaseerd op waargebeurde feiten’, aldus de uitgever.
Moeten we hier van schrikken? Of beginnen we dit soort dingen ook al normaal vinden? Net zoals het idee van de seksuologen Erik van Beek en Rik van Lunsen. Het duo is van mening dat men pedofielen moet toestaan virtuele kinderporno in bezit te hebben. Dat de kans op daadwerkelijk misbruik daardoor zal afnemen. Je vraagt je af wat de volgende stap is. Een virtuele instructievideo voor seriemoordenaars, bankrovers en overvallers misschien?
Voor een deel van de pedo’s zou de virtualiteit een uitlaatklep kunnen zijn. Mits streng gecontroleerd kan het volgens Van Beek en Van Lunsen zelfs zorgen voor het terugdringen van echte kinderporno. Oke, niet iedereen die zich met kinderporno bezighoudt hoeft per defenitie een pedofiel te zijn. Er is echter wel een wezenlijk verschil tussen je er mee bezighouden/bestrijden of er naar kijken.
De virtuele kinderporno, die sinds 2002 verboden is, moet wel aan strenge eisen voldoen. Verder zou het volgens de bedenkers van het plan op een cleane manier gemaakt moeten worden en van een soort keurmerk voorzien zijn.
Op die manier is de herkomst te achterhalen en wordt de virtuele porno niet gebaseerd op echte kinderporno. Pedofielen zouden vervolgens bijvoorbeeld bij een seksuoloog kunnen aankloppen om de porno te bestellen. Van Beek pleit voor een uitzondering op het verbod om middels onderzoek te bekijken of pedofielen daadwerkelijk minder vaak de fout ingaan als ze legaal over virtueel materiaal kunnen beschikken.
We schieten tegenwoordig al zoveel mensen virtueel dood en gaan virtueel vreemd, dus waarom zou je de fantasieën van pedo’s dan niet virtueel mogen voeden? Ze in feite proberen op te winden? Van Beek en Van Lunsen denken in ieder geval dat hun aanpak niet tot nabootsen zal leiden. Zeg maar in reallife dat doen wat je hersenen hebben opgeslagen. Zeiden diverse instanties dat indertijd ook niet van gewelddadige games op de computer? Daar zijn ze toch ook al lang van teruggekomen?
Dit onderzoek lijkt me slechts gestoeld op veronderstellingen. Deskundigen vergeten vaak dat wetenschappelijke onderzoeken relatief zijn. Ze vertellen meer over de gehanteerde veronderstellingen dan over de onderzoeken zelf. De vrees bestaat dat men in dit geval de plank behoorlijk misslaat. En ja, dat is ook maar een veronderstelling.
De realiteit gebiedt me echter te zeggen dat, om maar eens een dwarsverband te leggen, het huidige gedoogbeleid voor drugs ook niet tot een vermindering van het aantal gebruikers heeft geleid. Dat tegenwoordig alles onderzocht moet worden? Dat kan. Dat pedofielen er ook niet om gevraagd hebben dat te zijn wat ze zijn geworden? Oke, wil ik ook nog aannemen. Maar om de kat gewoon op het spek te binden en hem vervolgens verbieden er een hap van te nemen…