Waarom blog ik eigenlijk..?

Waarom doe ik zo mijn best om vrijwel dagelijks iets op mijn weblog te plaatsen? Heb ik iets te vertellen of is het slechts het idee dat ik iets te zeggen heb wat me zo aanspreekt. Moet ik spreken of is het nodig dat ik gehoord wordt. Zelfs als ik niks te zeggen heb.

Moet ik zonodig een punt hebben gemaakt  voor ik deze wereld heb verlaten? Misschien ben ik wel aan het bloggen om mensen tijdens mijn begrafenis iets te lezen te geven. Zodat ze na afloop kunnen zeggen: Tjongejonge, hij had echt iets te vertellen.

Misschien ben ik wel aan het bloggen om mezelf te verbeelden dat ik op die manier met de wereld verbonden blijf. Wellicht om een eigen identiteit te scheppen of andere zaken te ontwijken. Wil ik mezelf bewijzen dat mijn brein nog lang niet in de slaapstand staat? Nog altijd heel goed in staat is om originele gedachten te spuien?

Als ik alleen maar blog om woordkunst te produceren, zou het me geen biet kunnen schelen hoeveel hits ik per dag krijg. Maar dat interesseert me wel. Dus misschien ben ik wel een performer die om aandacht vraagt. Misschien moet ik me wel aansluiten bij een groep bloggers die je hoger op de ranglijst van beste weblogs probeert te krijgen.

Misschien blog ik wel omdat cyberspace de belofte van duurzaamheid inhoudt en ik deel wil uitmaken van het menselijke archief. Misschien wil ik gewaardeerd worden door iemand die me precies begrijpt. En mijn kansen zijn natuurlijk beter als ik mijn berichten uitstrooi over het internet en daarmee tot bijna elk willekeurig huishouden weet door te dringen.

Of zou het wellicht de drang zijn om iets te scheppen. Een verlangen om mijn ideeën naar buiten te brengen voor iemand anders het doet en met de eer gaat strijken. Misschien is het wel om een deel van de technologische wereld, de digitale klas of een iPerson te zijn. Oke, nu probeer ik wel heel erg om slim over te komen.

Ik denk in ieder geval dat mijn motivaties divers zijn. Ik blog om mezelf te entertainen. Omdat ik het vermoeden heb dat ik hierdoor een bijdrage lever. Aan wat dan ook maar. Soms blog ik omdat ik iets te zeggen heb en soms omdat ik iets te zeggen wil hebben.

Waarom leest u mijn verhalen eigenlijk?

Het slagveld dat internet heet…

De combinatie van overmatig drankgebruik, woede en jaloezie is een slechte mix die de geest behoorlijk kan vertroebelen. Dan wil je nog wel eens dingen doen waar je met je gezonde verstand niet eens aan zou denken.

Vincent is smoorverliefd op Diana en dat al maanden. Het stel leeft op een roze wolk. Op zekere dag komt er echter een einde aan de gelukzalige tijd. Diana vertelt haar vriendje dat hij achteraf toch niet de ware blijkt te zijn. Sterker nog, dat ze eigenlijk helemaal niet bij elkaar passen. Vincent valt van verbazing van zijn stoel. Dit heeft hij niet zien aankomen. Voor hij goed en wel beseft wat er gaande is, mag hij zich weer vrijgezel noemen.

Maanden later heeft Vincent nog steeds het idee dat hij zijn Diana terug moet zien te krijgen. Hij probeert van alles, maar zijn ex hapt niet toe. Dan besluit de minnaar met het gebroken hart het over een andere boeg te gooien. Hij zuipt zich op zekere dag helemaal klem en besluit in een vlaag van verstandsverbijstering tot de aanval over te gaan. ‘Als ik haar niet kan krijgen, dan maak ik haar kapot’, moet hij gedacht hebben toen hij op het bezopen idee kwam om een naaktfoto van haar op Facebook te verspreiden.

Toen Diana er achter kwam, was het leed al geleden. Ga maar na. Een wereldwijd platform als Facebook waar een naaktfoto op staat. Hoeveel mensen zouden die hebben gezien alvorens de prent er uiteindelijk wordt afgegooid?  Ook al zou het maar een dag zijn?

De jongedame is echter niet van de benauwde en zet een tegenoffensief in. Onder het motto ‘wat jij kunt, kan ik ook’ duikt er een niet al te flatteuze foto van Vincent op. Binnen de kortste keren weet zijn hele vrienden- en kennissenkring dat hij een tattoo op zijn rechterbil heeft.

De digitale revolutie is losgebroken. De twee ex-geliefden hebben elkaar de oorlog verklaard en sleuren daar heel wat mensen in mee. Waar dit gaat eindigen weet niemand. Wat ik wel weet, is dat podia als Twitter, Facebook en Hyves steeds vaker als wapen worden ingezet om allerlei vetes uit te vechten.

Ik heb haar aangeraden om met dit zinloze gevecht te stoppen. Zonder succes overigens. Hij is begonnen en dus maakt zij het af. Denkt ze. In dit geval zijn er echter alleen maar verliezers. Dit is een strijd die niemand kan winnen. Daar komen ze snel genoeg achter. Hoop ik…

Emailterreur…

Heel wat jaren geleden sprak ik met iemand die postduiven had. De man kon vol bewondering over zijn vogels praten. En dat was niet omdat ze zulke goeie brievenbezorgers waren, want die tijd hebben we wel achter ons liggen. Nee, zij hebben andere kwaliteiten. Zaken die wij kwijt dreigen te raken.

Er zijn van die momenten dat ik me serieus afvraag of er ooit mogelijkheden zullen komen om in tijd te kunnen reizen. Om eens te kijken hoe we ons met de omstandigheden van toen in de wereld van nu staande zouden houden. Waarom? Omdat je tegenwoordig geen scheet meer kunt laten of je hebt alweer een mailtje te pakken.

Kunt u zich de tijd nog herinneren dat we helemaal geen mail konden versturen? De postbode ons gewoon een brief kwam bezorgen? Het is gek, maar ik merk nu meer dan ooit dat mensen denken dat je de hele dag als een slaafse hond achter je toetsenbord zit. Net zo lang tot er weer een melding komt. You’ve got mail!

Het begint zo onderhand op een vorm van terreur te lijken. En het gekke is dat de meeste mails in een vragende vorm worden geschreven. Omdat mensen dan denken dat ze zeker antwoord zullen krijgen. En als je niet antwoordt heb je binnen de kortste keren nog een mailtje te pakken. Met daarin het verwijt dat je nergens op reageert.

Misschien moet ik van tactiek veranderen. Het voorbeeld gebruiken van de gemeente waar ik bijna net zo vaak over de vloer kom als mijn eigen woonplek. Hanteer ik een agenda met allerlei punten. Waaronder de ingekomen stukken. En die handel ik dan af naar belangrijkheid. Waarbij ik me het recht voorbehoud om een aantal voor kennisgeving aan te nemen. Lekker gemakkelijk. Of moet ik mijn emailadres helemaal verbergen? Omdat er altijd types overblijven die het leuk vinden om wraak op mij te nemen. Omdat ik kennelijk tegen een zeer been heb lopen schoppen?

Ik merk vaak dat, als ik ergens geconcentreerd mee bezig ben, de verleiding groot is om te reageren als er weer twee regels tekst de inbox in stuiteren. Wat zouden ze me nu weer gestuurd hebben? Een reactie op een van mijn blogverhalen? Een verzoek om een foto te maken? Iemand te helpen die wat minder vlot met woorden kan omgaan? Een mailtje vol onzinnige informatie, een waarschuwing of de een of andere dommerik die heel gemakkelijk aan mijn inlogcodes van de bank denkt te kunnen komen?

Hoe dan ook. Het doel is bereikt. De focus verdwenen. Niet zo handig, want om tot topprestaties te kunnen komen moet je een doel voor ogen hebben. Scherp en geconcentreerd blijven. Net als een postduif. Die kan dat namelijk als geen ander. Misschien dat al die anderen daar ook eens aan moeten denken alvorens ze in de digitale pen klimmen.

De vonk die inspiratie heet…

Inspiratie is een gek ding. Een vonk. Een lichtflits. Zonder de juiste mix van zuurstof en brandstof zal inspiratie echter op het zelfde moment verdwijnen. Wegsterven.

Mijn leven, mijn onderzoekende blikken en vragen, mijn meningen. Het zijn de grondstoffen voor de verhalen die als zaden wachten op de kans om te ontluiken. Ik draag ze altijd bij me. Ze zijn aanwezig als ik achterover leun om mijn werk te doen.

Maar al te vaak is het echter een gevecht om de gedachten te ordenen. Als leesbare alinea’s uit het toetsenbord tevoorschijn te halen. Het ruwe materiaal is er wel, maar de inspiratie blijft weg. De zuurstof is er wel, maar de brandstof ontbreekt.

En ik blijf in verwondering achter. Hoe kan dat? Hoe kan ik oogsten. Hoe mix ik de ingrediënten tot een geheel en laat de ontluikende zaden tot volwaardige producten uitgroeien? Oftewel, hoe schrijf ik…

In de afgelopen jaren zijn mij een paar dingen opgevallen. En dat is dat de meeste van mijn 590 verhalen de rechtbank als uitgangspunt hadden. Feit is ook dat de meest bekeken topics de termen ‘misbruik’ en ‘celstraf’ bevatten. Zou je derhalve moeten concluderen dat de wereld crimineler is geworden? Ik ben geen Maurice de Hond. En ik doe ook niet aan peilingen. U mag uw eigen mening vormen.

Ik kan zelfs vertellen wie er het vaakst een reactie heeft geplaatst, maar vindt u dat boeiend? Ik denk dat de persoon in kwestie dat zelf wel weet. Een opmerkelijk gegeven is ook ik van de duizenden commentaren die er zijn binnengekomen heel wat niet heb willen gebruiken. In begrijpelijk Nederlands zou je kunnen stellen dat die niet door de ballotagecommissie zijn gekomen. Gecensureerd omdat ze zelfs in gekuiste vorm nog te ver gingen.

Opvallend is ook dat mijn bezoekers niet alleen uit Nederland komen. Die gluren naar binnen vanuit de Verenigde Arabische Emiraten, Amerika, Canada en Suriname. Om maar even wat te noemen. Je vraagt je af of het daar bivakkerende Nederlanders zijn die langskomen of dat er andere redenen zijn die hen op dit weblog doen landen.

En zo zijn er nog veel meer dingen die me bezighouden. Voor de inspiratie zorgen die ik nodig heb. Al was het alleen maar om te zorgen dat de motor blijft draaien. Op de juiste mix van zuurstof en brandstof. De vonk niet dooft…

Oplichters gezocht…

Simon had wat spullen te koop gezet. Niet op Marktplaats, want daar had hij slechte ervaringen mee. En al die verhalen over internetoplichting maakten hem ook niet bepaald vrolijk. Nee, Simon was nog van de oude stempel. Hij schreef een papiertje vol en plakte dat op het mededelingenbord van de plaatselijke supermarkt.Te koop aangeboden. Een in een goede staat verkerende wandmeubel en een eethoek met vier stoelen. Het moest toch geen probleem zijn om die spullen snel kwijt te raken. Dat gebeurde dan ook. Simon kreeg een telefoontje van een vrouw die de meubels wel wilde hebben. Samen vierhonderd euro? Geen probleem. Ze zouden ’s avonds wel even komen kijken.

Vlak na het eten gaat de deurbel bij Simon thuis. De aspirant-kopers zijn gearriveerd. De verkoper laat het duo binnen en denkt al snel dat het wel zal loslopen met de verkoop. Hij krijgt gelijk. Er is echter een klein probleempje. Ze willen de spullen wel kopen, maar zitten even zonder geld. Dat hebben ze voor een groot deel in nieuwe huisraad moeten steken. Er was tijdens een brand nogal wat verloren gegaan. Of het heel erg was als ze later zouden betalen. Desnoods wilden ze wel een papier ondertekenen. Bij wijze van schuldbekentenis.

Simon en zijn wederhelft vinden dat wel erg ver gaan. Ze hebben het hart op de goede plek zitten. Het zal je maar gebeuren dat de zaak in de hens vliegt. Dan help je je medemens toch weer op de been?  Ze vertrouwen het tweetal en besluiten hen de koopwaar mee te geven.  Ach wat, ze helpen zelfs wel even met het inladen.

Als het spul op de aanhangwagen ligt geeft de man Simon een telefoonnummer. En de boodschap dat hij het nummer maar moet bellen als het hem te lang gaat duren voor de euro’s er zijn. Niet dat hij er gebruik van hoeft te maken, want het komt allemaal goed.

Even later rijdt de auto de straat uit. ‘Leuk stel. Zielig dat ze zoveel spullen hebben verloren tijdens die brand’, zegt Simon. Zijn vrouw knikt bevestigend.

Zes weken later is het geld nog niet binnen. Simon besluit er een telefoontje aan te wagen. Hij kijkt  raar op als een voorgeprogrammeerde juffrouw hem vertelt dat het door hem gekozen nummer niet meer in gebruik is.

Na drie vruchteloze pogingen bekruipt hem een vreemd gevoel. Het adres van het tweetal hebben ze vergeten te vragen. Ook niet echt handig natuurlijk. En ja, het kenteken van de auto noteren? Dat staat zo dom als je zegt dat je iemand op zijn woord gelooft.

Daar sta je dan. Spullen weg en geen enkel houvast. Simon en zijn vrouw hebben zich laten flessen.  Hoe onnozel kun je zijn. Ze hebben het nooit aan iemand durven vertellen. Familie en vrienden geloven nog altijd dat ze die vierhonderd  euro uiteindelijk toch gekregen hebben. Ze moesten eens weten…

Doe lekker normaal…

Het schijnt dat de hersenen van vrouwen zich anders gedragen dan die van mannen. Heeft met hormonen te maken. En dat maakt dat geen mens gelijk is. Je zou het niet zeggen als je sommige wereldburgers ziet. Op een steenworp afstand van mij loopt een echtpaar voorbij. Ze zijn al aardig op leeftijd. En als ik het een beetje goed inschat al heel lang getrouwd. Ze bewegen bijna synchroon.

Dat is overigens niet de enige overeenkomst tussen de twee. Ze hebben allebei een wandelstok in dezelfde hand. Ze hebben ook allebei dezelfde kleur jas aan, een soortgelijke zonnebril op hun neus en een paar wandelschoenen om hun voeten die waarschijnlijk in hetzelfde rek van de winkel hebben staan wachten tot het uniseks-koppel voorbij zou komen.

Terwijl het stel neerploft op een bank vraag ik me af waarom een deel van de mensheid er van alles aan doet om het hoofd vooral niet boven het maaiveld uit te steken. Niet op te vallen. Of zoals het stel misschien juist wel. Doordat ze krampachtig het tegenovergestelde proberen te bewerkstelligen. Zouden de oudjes wel weten wat uniseks inhoudt? Zich beseffen dat het eigenlijk wel zot lijkt dat ze als een Siamese tweeling door het resterende deel van hun leven reizen?

Ik begin me allerlei dingen te verbeelden. Neem in gedachten een kijkje in hun woning. Zie bij de ingang twee identieke schilderijtjes hangen. In de woonkamer staan twee stoelen waarvan zelfs de kreukels op dezelfde plekken lijken te zitten. In de badkamer staan twee bekers met kunstgebitten. Ik vraag me af of ze zich wel eens vergissen. Dat hij het vlees tussen de tanden wegpulkt wat zij een dag eerder heeft gegeten.

In de kledingkast mooie gladgestreken stapels kleren. Zelfs het ondergoed heeft een vouw zo scherp dat je er een plak brood mee zou kunnen snijden.  En weer bekruipt me het rare gevoel dat de man des huizes zich best eens in het stapeltje zou kunnen vergissen.

Aan het voeteneinde van het bed hangen twee broeken. Het is te hopen dat de man niet per ongeluk met het verkeerde been uit bed stapt. Je moet er niet aan denken wat de gevolgen zouden kunnen zijn als zij zich in het kledingstuk van haar partner laat zakken. En daarna veel te laat ontdekt dat het laatste stukje van de ritssluiting wel verdacht dicht in de buurt van haar middenrif geparkeerd staat.

We leven in een wereld vol uniseks. Zelfs in de Haagse politiek klinkt alles het zelfde. Geert Wilders beet minister-president Mark Rutte een poos geleden het volgende toe: ‘Doe toch eens normaal man.’ En in plaats van een origineel antwoord te formuleren, zei Rutte vervolgens: ‘Doe zelf lekker normaal man.’ Ik bedoel maar…